stoppen of juist beginnen?

’31 december stop ik’, een veelgehoorde kreet aan het eind van het jaar, Soms lukt het ook nog en wordt er ook daadwerkelijk gestopt. Meestal echter maar voor een paar weken, soms zelf maar een paar dagen. Hoe ver moet het komen dat een mens zegt nu stop ik. Niet morgen maar gewoon nu. Mensen willen graag beslissingen uitstellen en noemen dan een punt wat ergens in de toekomst ligt om dan echt te stoppen of juist te beginnen met iets. Meestal ligt zo’n dag of tijdstip op een maandag. Twaalf uur s’nachts of op een eindpunt. Het einde van het jaar.

Stoppen of juist beginnen?

Zelf heb ik er ook heel veel last van. Ik ben nu al een paar maanden aan het proberen om echt serieus weer met schrijven te beginnen maar op de een of andere manier lukt het maar steeds niet en ik stel ook steeds uit.

Verleden week had ik weer een nieuwe datum bedacht waar ik me aan houden moest en wel mijn vijfendertigste verjaardag. Mijn vijfendertigste verjaardag kwam. Ik had heel weinig visite. ’s Avonds kwam er een vriend langs. Ik had dus zeeën van tijd on iets te schrijven maar het ook daadwerkelijk doen. ho maar. De dag hierna was mijn vrouw jarig en dan heb je het natuurlijk veel te druk om iets te schrijven. Uitvluchten genoeg dus. Nu is het drie dagen na mijn vijfendertigste verjaardag en zit ik dan iets te tikken waarvan ik denk dat het ook niet lang genoeg zal worden om ook daadwerkelijk een tekst genoemd te kunnen worden.

Ik heb mijn zinnen gezet op een stukje van achthonderd woorden, de gemiddelde lengte van een column. Nu vraag ik me echt daadwerkelijk af of me dat wel zal gaan lukken. Dan is er ook nog de vraag of dit onderwerp er zich wel voor leent. Laat ik nog eens wat van mijn gedachten over dit onderwerp gaan.

Nu we weten dat mensen het doen blijft de vraag; waarom stellen mensen uit? Hiervoor zijn vast meerdere redenen te bedenken maar de belangrijkste lijkt me nog dat datgene waar gestopt dan wel mee moet worden begonnen geen leuk vooruitzicht biedt. Het is niet leuk om niet meer te roken, het geeft zo’n ontspannen gevoel, het is niet leuk om elke dag dit of dat te moeten doen. Het is niet leuk om elke dag te moeten schrijven. Toch soms kan het wel leuk worden, na een tijdje iets gedaan te hebben of iets gelaten te hebben begin je er lol in te krijgen.

Je voelt je weer wat beter en ademt lichter. Je voelt dat je meer uithoudingsvermogen hebt. Zo zal het ook voor mij zijn denk ik. Naarmate ik meer schrijf, het makkelijk gaat zal ik er ook meer plezier aan gaan beleven. Als weer meer teksten van mijn hand te lezen zijn. Ik af en toe een leuke regel ontdek in mijn eigen werk waar ik na van genieten zal ik meer schrijven. Bij schrijven is het natuurlijk ook nog eens zo dat je niet moet zeggen. Ik ga schrijven maar het moet gaan doen. Als je blijft wachten op de goddelijke inspiratie kan je lang blijven wachten.

Schrijven is gewoon schrijven. Als je maar lang genoeg schrijft komt er uiteindelijk wel iets wat op een verhaal lijkt. Ik ben nog steeds niet aan de achthonderd woorden en daarom zal ik nog even door moeten tikken. Het heet dan wel schrijven maar eigenlijk is het gewoon tikken. Maar de krantencolumnist is gebonden aan zijn contractueel overeengekomen hoeveelheid van 250, 500 of 750 woorden. Je kunt in een krantencolumn precies het punt aanwijzen waarop de schrijver klaar is met zijn onderwerp, maar, helaas, nog tien zinnen moet doorzwoegen naar het verlossende einde. (Bieslog) Gelukkig, het hoeven geen achthonderd woorden te zijn. Het kan maar hoeft niet ….

Wat vind je van dit verhaal? Laat het me weten!